Dagbladjournalisten kennen een deadline. Dat is het moment dat ze geen kopij meer kunnen inleveren omdat de krant zakt. De drukkers nemen de regie over en zorgen dat de papieren krant van de band rolt en met vrachtwagens naar de lezer gaat. Alleen in extreme situaties wordt de krant opengebroken, en platen gewisseld.
Als krantenverslaggever had ik ook te maken met de deadline. Vaak werden langere verhalen voor de weekeinde-editie al begin van de week gepland en kon ik er op mijn gemak aan werken. Eerst het verhaal in de grondverf zetten, dan schuren en schaven, redigeren en de uiteindelijke versie maken. Eventuele spelfouten werden er door de eindredactie uitgehaald.
De ene keer ging het schrijven van een artikel makkelijker dan de andere keer. Journalisten zijn ook maar mensen en de geest is niet altijd klaar voor productie. Een middagje helemaal niks doen, in een bos zitten of naar de kapper gaan, hielp meestal wel om de motor weer op te starten. Af en toe dreigde een writersblock, dan werd ik niet ontslagen maar leverde geen grote verhalen. Elke journalist heeft daar mee te maken.
Zo af en toe kreeg ik wel te maken met de deadline. Op een avond was ik als politieverslaggever bij de vrouw van een seriemoordenaar in huis. Zij wilde daarover praten. De man had kinderen vermoord. In enkele uren tijd legde ze haar hele ziel en zaligheid en het gedrag van haar man bloot. Het ging me als vader van twee kinderen niet in de koude kleren zitten. Het was afschuwelijk en ik was helemaal kapot.
Op de redactie overlegde ik met de hoofdredactie over publicatie. Het artikel moest nog diezelfde avond geschreven worden zodat het in de krant van morgen mee kon. En je hebt alle ruimte die je nodig hebt, Joop, zei de hoofdredacteur. In twee uur tijd moest ik mijn eigen emoties opzij zetten en de tekst schrijven. Volgens de journalistieke normen die staan voor een achtergrondverhaal. Ik zat in een ruimte naast de grote redactiezaal- zonder klok, en begon te beschrijven wat de vrouw mij had verteld. Tikkende vingers als een geboortekanaal.
Walging en verdriet werden woorden, zinnen en alinea’s. Ik was de enige die ze in dat stille, kleine kamertje op dat moment las- als een verlossing van de geest. Misschien ook wel de hare, we waren door het kwaad met elkaar verbonden.
Om één uur die avond, net voor het zakken van de krant, was het verhaal klaar. Elk artikel is een bevalling maar niet elke geboorte is even prettig.
Moedig voorwaarts.