Deze week hoorde ik in Het Journaal dat André Du Pon (105) , de oudste verzekeraar van Nederland was overleden. Ik zag een aardige man die in april van een burgemeester een koninklijke onderscheiding had gekregen. Het bericht verwonderde mij wel omdat ik weet dat er oudere verzekeraars in Nederland zijn. Afijn, misschien was het een persoonlijke verzekeraar, die vroeger kantoor aan huis hield, dacht ik.
Een paar uur later keek ik weer naar Het Journaal en zag het zelfde item: de oudste verzekeraar van het land overleden. Nu voorgelezen door een andere nieuwslezer. Het bevreemde mij wel dat er beelden te zien waren van Duitse vliegtuigen. Dat associeerde toch niet met dit item. Ik was niet dronken, niet beneveld door hasj. Ik was gewoon.
’s Avonds zag ik Du Pon weer op tv. Weer met een andere nieuwslezer. Toen hoorde ik dat de oudste VETERAAN van Nederland was overleden. Voor zijn vrijwilligerswerk was hij koninklijk onderscheiden en voor zijn militaire missie op de Grebbenberg in mei 1940 ontving hij het Mobilisatie-Oorlogskruis. De soldaten daar hadden de onmogelijke taak om het Duitse leger tegen te houden. Ze zaten in loopgraven, de Duitse vliegtuigen wierpen parachutisten af.
Wat was dat toch dat ik verzekeraar hoorde? Wilde ik even geen oorlog aan mijn hoofd? Gaat dit vaker gebeuren en ga ik in restaurants vreemde gerechten bestellen?
De oudste verzekeraar in Nederland is overigens- zo heb ik vernomen, de Verenigde Oost-Indische Compagnie. En Lloyds of London in het VK is van 1688, maar dat is een markt voor verzekeringen. Het is de grootste verzekeringsmarkt ter wereld, waarschijnlijk de bekendste en de moeilijkste te verklaren.
Moedig voorwaarts!