Vandaag was Joppe met zijn ouders op bezoek in de Kloosterbunker. Het ventje is ruim twee jaar oud en begint te praten. Joppe beseft zelf niet dat hij op de drempel van een nieuw tijdperk staat: het praten zal hij nooit meer verleren. Twee jaar lang moest Joppe het zonder spraak doen, zat hij gevangen in een stomme film, waarin hij wel de hoofdpersoon was, maar het publiek niet precies wist wat hij bedoelde. Vanaf nu leert Joppe nieuwe woorden en kan hij die uitspreken.
Juist spreken is een belangrijk gegeven in het boeddhisme. Je spraak bewaken, niet kwetsen, de waarheid spreken, niet roddelen of onzin verkondigen over anderen. Voor Joppe gaat de wereld open, spreken biedt hem kansen. Hij kan anderen deelgenoot maken van zijn emoties en gevoelens. Vragen hoe het met anderen gaat. Troosten met woorden. Blij zijn met woorden. Zich verheugen met woorden. Verbinden met woorden. Woorden die dieper gaan dan praten, gekoppeld zijn aan gevoelens.
Wij mensen hebben een prachtig instrument om ons te uiten: onze stem. We kunnen elkaar voor rotte vis uitmaken, elkaar verbaal vernederen. Racistische taal uitslaan. Elkaar angst aanpraten. Mara. We zijn verbaal echter ook in staat om elkaar te bemoedigen, te prijzen, uit de put omhoog te praten. Mooie teksten te zingen, prachtige speeches te houden die de wereld mooier maken. Kunnen praten staat aan het begin van de ontdekking van het ik.
Zeshin zegt
hey there in the watchtower:
kom, laten we geschiedenis schrijven,
De benodigdheden hebben we:
Een platform
een toetsenbord
en eendrachtigheid.
Kan Joppe zeggen; ‘Ik was er bij.’