Ik moet al twee dagen aan de Nederlandse oud-minister van financiën Piet Lieftinck denken. De man die voor veel mensen nog steeds bekend is door het ‘tientje van Lieftinck’.
Vlak na de Tweede Wereldoorlog, op 26 september 1945, kregen alle Nederlanders tien gulden tijdens de grote geldzuivering die Lieftinck op touw zette. In de week waarin alle oude bankbiljetten en munten moesten worden ingeleverd – om vervolgens te worden geruild voor nieuw geld – moest men rondkomen van deze tien gulden. Op 26 september 1945 werd al het Nederlandse papiergeld in één klap ongeldig. Tegelijkertijd werden alle banktegoeden bevroren. De actie was bedoeld om geld te achterhalen dat Nederlanders tijdens de Duitse bezetting met werk voor die bezetter hadden verdiend. Of met andere illegale praktijken.
Er is een grote zuivering nodig, vergeef me het woord. Vanaf nu verklaar ik alle politici in de Tweede Kamer op de Lieftinck-wijze illegaal, het zijn zwartwerkers, ze hebben geheuld met het kapitaal, de graaiers, ze zijn vijanden van het milieu, de natuur, de dieren, de ouderen en zwakkeren, de mensheid. Ze streven geen langdurig geluk na. De meesten hebben als Pinokkio een lange neus, ze worden door het volk niet meer vertrouwd. En zij vertrouwen het volk niet meer en verschijnen nu in alle talkshows om te redden wat er te redden valt (voor hen). De Nederlandse politiek, het politieke stelsel, de eenmansfracties, het is een failliete boedel. De V&D van Nederland.
Ik pleit er voor jonge politici, van de jongerenafdelingen van die politieke partijen, te benoemen in die Tweede Kamer. De toekomst is aan hen en aan ons. Na vier jaar worden ze niet meer herkozen. Ze maken plaats voor nieuwkomers. Ik pleit er ook voor om de kiesdrempel drastisch te verhogen, en dat er minder politieke partijen actief zijn. Niemand is gebaat bij een ouderenpartij of een andere splinterpartij. Het gaat om macht, in de goede zin van het woord. Mensen moeten kunnen stemmen op grote politieke blokken. Politici die gaandeweg de regeerperiode die partij verlaten, moeten de Kamer uit. De zetel is van de partij.
Verder wil ik dat we elkaar weer gaan vertrouwen, jij en ik en anderen.
Dat wil ik.