H: Wat is spiritualiteit voor jou?
X: Keuzeloos gewaarzijn, Hans.
H: Werkeloos toezien, zul je bedoelen.
X: Jij weet het altijd zo fraai te zeggen.
H: Ik mag het beestje graag bij de naam noemen.
X: Zie jij ook werkeloos toe?
H: Nee, ik doe uitzichtloos werk.
X: Wat dan?
H: Niet-weten onder woorden brengen.
X: Wat is daar uitzichtloos aan?
H: Dat niet-weten inzichtloos is.
X: Dan breng je het toch zonder woorden?
H: Dat is helemaal afzien.