Beste Hans,
Ken jij deze passage uit de Mahaparinibbana Sutta?
“Daarom, Ananda, wees een licht voor jezelf, wees een toevlucht voor jezelf. Zoek geen toevlucht buiten jezelf. Houd vast aan de waarheid als aan een lamp, zoek toevlucht in de waarheid. Zoek geen toevlucht in iemand anders. […]
Want diegenen, Ananda, die nu of na mijn dood een licht zijn voor zichzelf, die geen toevlucht zoeken buiten zichzelf, maar vasthouden aan de waarheid als aan een lamp, en toevlucht zoeken in de waarheid, en toevlucht zoeken in zichzelf—zij zijn het die het hoogste doel zullen bereiken.”
(bron)
Ik dacht dat deze tekst een iconoclast als jij wel zou aanspreken.
Beste X,
Een iconoclast is een beeldenbreker die het beeld van de beeldenbreker aanbidt als zichzelf.
Breek het beeld van de beeldenbreker en de beeldenstorm gaat meteen liggen.
Dan gun je ieder zijn beeld.
Zelfs de beeldenbreker.
Beste Hans,
Oké, ieder zijn beeld. Maar wat vind je van die passage uit de Mahaparinibbana Sutta?
Beste X,
Ken jij deze passage uit de Suñña-suññata Sutta?
“Wees een dwaallicht voor jezelf. Wees geen toevlucht voor jezelf. Zoek geen toevlucht buiten jezelf. Houd niet vast aan een waarheid als aan een lamp, zoek geen toevlucht in een waarheid. Zoek geen toevlucht in iemand anders.
Want diegenen die een dwaallicht zijn voor zichzelf, die geen toevlucht zoeken buiten zichzelf, niet vasthouden aan een waarheid als aan een lamp, die toevlucht zoeken noch in een waarheid noch in zichzelf – zij zijn het die niet langer reiken.”
Beste Hans,
Ik heb me rot gezocht naar de Suñña-suññata Sutta, maar ik kan hem nergens vinden. Hij lijkt geen deel uit te maken van de Pali-canon. Weet je zeker dat die passage daaruit afkomstig is en niet, bijvoorbeeld, uit de Cula-suññata Sutta of de Maha-suññata Sutta?
H: Die passage is wel degelijk afkomstig uit de Suñña-suññata Sutta die, de naam zegt het al, dubbelleeg is – zelfs van leegte ontdaan, wat meteen verklaart hoe die passage erin terechtgekomen is.
Alleen heb ik die sutta zelf bedacht – wedden dat je nu meteen je belangstelling verliest?
X: In plaats van een iconoclast had ik je misschien beter een fantast kunnen noemen.
H: Dan kan je iedere suttaschrijver wel een fantast noemen.
X: Hoezo?
H: Er schijnt er niet één door de Verhevene zelf geschreven te zijn.
X: In plaats van een fantast had ik je misschien beter een nihilist kunnen noemen.
H: Weer mis.
X: Hoezo?
H: De nihilist stelt dat er geen waarheden zijn.
Zonder deze grondstelling verdwijnt je nihilisme subiet in het niet dat het nota bene weigert te ontkennen.
Dan gun je ieder zijn leer, zelfs de nihilist.
X: Zelfs de Boeddha?
H: Gautama is toch dood meneer. Wat moet een dode met een leer?
X: Ik bedoel, zelfs een boeddha?
H: Een boeddha heeft vanzelf geen leer – boeddhisten des te meer.

Deze tekst maakt deel uit van Zondagskindjes, een serie teksten over niet-weten die geen deel uitmaken van een serie.
Sjoerd zegt
Sodeknetter,sodeknetter,
Hier valt niets aan toe te voegen
geen jota, geen chocoladeletter.
De “dwaallichtleer”
het “hogere weten”
dat alle “weten” doet vergeten
op ’t laatst herinner je jezelf niet meer
Hansje zag eens lichtjes dwalen
o, als zoeklichten zo groot
en hij wou zo’n lichtje jatten
ofschoon zijn vader ’t hem verbood
Hij vroeg zijn moe ze te betalen
maar zij zei, ze zijn niet te koop
ook al zie jij ze zo mooi schitteren
ze bakenen de weg, naar de verdrinkingsdood.
Hans heeft toen zelf bedacht
dat, welk licht je ook volgt
zolang je niet achter je eigen reet aanloopt
op het einde je toch het duister wacht
Hij heeft toen zelf een licht ontstoken
met ‘Dwaallicht’ als de geuzennaam
als je dit echt volgt, dan verzuip je
je loopt toch niet achter dwaallicht aan
Het is goed om te bedenken
dat boeddha alle gepraat liet gaan
geen leraar kon hem echt bekoren
hij liep achter niemands kontje aan
Boeddhisten waren nog niet geboren
mensen kregen ook geen kans
om een maffe boeddhist te worden
want dan kregen ze er van langs
Zelf ga ik op mijn gemak
een weg die niet bestaat
ik heb een lege spiegel als kompas
en merk dat dit uitstekend gaat
Tokai Dwaalzin
Arjan zegt
Beste X,
Een boeddha heeft vanzelf geen leer.
En anders gun ik hem dat zeer.
Hans, de aap komt nu uit de mouw! Je trekt hier van leer tegen de leer in de Mahaparinibbana sutta. Maar.. even opletten. Er staat niet holding (hou vast) maar relying (ga uit van/ vertrouw) in je bron.
“Therefore, O Ananda, be ye lamps unto yourselves. Rely on yourselves, and do not rely on external help. Hold fast to the truth as a lamp. Seek salvation alone in the truth. Look not for assistance to any one besides yourselves.
“And how, Ananda, can a brother be a lamp unto himself, rely on himself only and not on any external help, holding fast to the truth as his lamp and seeking salvation in the truth alone, looking not for assistance to any one besides himself? Herein, O Ananda, let a brother, as he dwells in the body, so regard the body that he, being strenuous, thoughtful, and mindful, may, whilst in the world, overcome the grief which arises from the body’s cravings. While subject to sensations let him continue so to regard the sensations that he, being strenuous, thoughtful, and mindful, may, whilst in the world, overcome the grief which arises from the sensations. And so, also, when he thinks or reasons, or feels, let him so regard his thoughts that being strenuous, thoughtful and mindful he may, whilst in the world, overcome the grief which arises from the craving due to ideas, or to reasoning, or to feeling.
“Those who, either now or after I am dead, shall be lamps unto themselves, relying upon themselves only and not relying upon any external help, but holding fast to the truth as their lamp, and seeking their salvation in the truth alone, and shall not look for assistance to any one besides themselves, it is they, Ananda, among my bhikkhus, who shall reach the very topmost height! But they must be anxious to learn.”
Dus leer ik je: vertouw op je onderscheidend vermogen en wees alert op je lichaam, gevoel, denkneigingen en de Dhamma (satipathana). Niet-weten is maar een tussen-stop op het pad. Precies zoals het er staat. Iedereen kan door die hoepel springen, met of zonder aap.
G.J. Smeets zegt
“Niet-weten is maar een tussen-stop op het pad.” Tja.
Niet-weten gaat over abstracte begrippen, net als de sutta’s. Het verschil is dat niet-weten consequent op die begrippen inbeukt net zolang tot ze smeuïg zijn, verlost van vaststaande betekenis. Onthechting, verlichting, waarheid, het juiste pad – niemand die kan zeggen wat het allemaal precies betekent, taal schiet daarvoor te kort. Met grote precisie wordt dat tekort schieten in niet-weten uitgelegd en dat is de grote verdienste ervan. De grote verdienste van de sutta’s is dat ze de begrippen eindeloos gevarieerd opvoeren.
Een ander verschil is dat Hans het over zichzelf heeft, niet preekt en geen advies geeft. Geen pad, geen tussenstop maar gedetailleerd aandacht voor genoemd tekort, hetgeen ik erg leerzaam vindt omdat het verder op mij aankomt.
Sjoerd zegt
Mooi samengevat.
Iedereen z’n eigen vragen, z’n eigen spiegel en z’n eigen wegiswegweg.
Siebe zegt
De sutta’s gaan wat mij betreft juist over concrete zaken die je ook bij jezelf kunt vaststellen, zoals de vijf hindernissen, de tien ketens, de latente neigingen, de verlichtingsfactoren, grijpen, niet-grijpen, vrede, jhana, asava’s, 52 mentale factoren, lijden etc.
Dat we de betekenis van bepaalde begrippen, bijvoorbeeld Nibbana, nog niet uit eigen ervaring kennen, betekent niet dat ze bedoeld zijn als een abstractie. We moeten hooguit wat geduld betrachten en doorgaan met beoefening, lijkt me, om de ware betekenis te ontdekken.
Het is volgens mij ook helemaal niet de bedoeling dat je begrippen in boeddhisme ontdoet van hun vaste betekenis, maar juist hun betekenis leert achterhalen via identificatie in je eigen geest.
Goede wil en kwade wil zijn bijvoorbeeld geen abstracties maar zijn zaken die je in je eigen geest kunt onderscheiden. Zo ook met liefdevolle vriendelijkheid en haat bijvoorbeeld, of geduld en ongeduld etc. Zo kun je ook achterhalen of je met opzet een wezen doodde, bijvoorbeeld, of dat er helemaal geen opzet was in je geest.
Het is wat mij betreft in de discipline van de Boeddha ook helemaal niet de bedoeling alles zo vloeibaar te maken dat bijvoorbeeld kwade wil opeens goede wil wordt of haat opeens liefdevolle vriendelijkheid. Dan behandel je alles te filosofisch. Een kastanje is wat anders dan een beuk, hoe je ook lult, er blijven verschillen.
De bedoeling van beoefening is wat mij betreft ook wel degelijk dat je gaat weten wat met Nibbana wordt bedoeld, met een staat van onthechting, met de waarheid van beëindiging van lijden etc.
G.J. Smeets zegt
“Dat wij de betekenis van bepaalde begrippen, bijvoorbeeld Nibbana, nog niet uit eigen ervaring kennen, betekent niet dat ze bedoeld zijn als een abstractie.”
Dat is een wel erg malle framing: hoezo ‘wij’? Dat is het zogeheten dominees-wij. Dat jij het niet snapt (jouw eigen woorden) betekent uiteraard niet dat anderen het niet snappen. Ongevraagde tip: doe als Hans en heb het over jezelf want daar gaat het tenslotte om.
Arjan Schrier zegt
Hoi G.J.,
Altijd leuk om het weer niet eens te zijn :-).
Niet weten is inderdaad maar een tussenstop op elk pad tot kennis. Eerst kon je dit niet lezen nu wel. Eerst wisten we niet hoe je een polder droog houdt nu wel.
De enorme Pali literatuur die erg consistent is toont een Boeddha die wel degelijk aanspoort terechtwijst en onderwijst. Niks mis mee.
Wat iemand daarmee doet is aan hemzelf. Soms stopt de Boeddha ook met trainen van iemand als het niet werkt. (zie link onder) Het lijkt er soms op dat jij en ik compleet andere teksten voor ons hebben. Wil je jouw reverenties ook melden svp? De begrippen zijn voor mij duidelijk. En niet post-modernistische iedreeen zijn verhaaltje zaken.
Een begrip wat ik ten slotte nog graag onder de aandacht wil brengen is ‘bad faith’. Het onterecht (naast de nog niet ervaren waarheid zitten) afwijzen van iets waars of bestaands. Wie weet had de Boeddha het wel over de werkelijkheid.
Hij had het over de nivarana’s die alle spirituele progressie blokkeren. Nummer vijf ervan is van toepassing hier.
http://www.dhammawiki.com/index.php?title=Nivarana
Alle wezens die van samsara houden haten nibbana.
Hans kan schrijven wat hij wil. Maar hij doet het wel degelijk om invloed uit te oefenen. Of zitten zijn handen zonder dat hij het te weten boven het toetsenbord en weet hij niet wat hij doet? En blijkbaar is niet weten ook een traditie, waar je van kan hebben en houden. Ik ben benieuwd wat je van de link vindt G.J. . Zijn die begrippen nu echt zo fluide?
http://www.accesstoinsight.org/tipitaka/an/an04/an04.111.than.html
G.J. Smeets zegt
Beste Arjan,
ik heb hierboven heel duidelijk uitgelegd dat en waarom ik zelf niet-weten erg leerzaam vind.
Daarop reageer je met het preekpraatje, compleet met verwijzing naar De Boeken, dat niet-weten ‘slechts een tussenstap’ is. Jij weet helemaal niets van mijn stappen en die reactie hoor ik daarom aan als paternalistisch geklets.
En nee, ik ga geen links lezen in een stichtelijk praatje, ik doe niet aan armpje drukken en ook niet aan welles / nietes.
Siebe zegt
Ik kan me wel inleven in de liefde voor niet-weten als dat eigenlijk verdedigt dat je niet-pretentieus wordt. Dus niet doet alsof je iets weet. Bijvoorbeeld wat Nibbana is, wat Verlichting is, wat de vierde jhana is, etc. terwijl je dat eigenlijk niet uit eigen ervaring kent.
Ik vind het zelf ook steeds nuttig al schrijvende te reflecteren over wat ik nu echt weet.
Als niet-weten een soort levenshouding wordt en iemand daar erg tevreden mee is, en niet meer op zoek gaat naar de ware betekenis van gebruikte begrippen zoals Nibbana, dan heb ik daar geen goed gevoel bij.
Siebe