Nietzsche nor zen; overcoming propositions without propositions.
Yanyang: Wat als je niks meer hebt?
Zhaozhou: Weg ermee.
Yanyang: Ik heb niks meer, zeg ik u.
Zhaozhou: Sleep het dan maar met je mee.
(koan 277 uit Het Ware Dharma Oog)
Beste Hans,
Zoekend naar nieuwe perspectieven op spiritualiteit stuitte ik op het proefschrift Nietzsche and Zen. ‘Self-overcoming without a Self’ van hoogleraar boeddhistische filosofie André van der Braak.
In dit boek interpreteert hij zen als een niet-propositionele weg naar een niet-propositionele waarheid. Ik moest meteen aan jou denken.
Zou jij spiritueel niet-weten omschrijven als een niet-propositionele waarheid? Zo ja, zou dat dezelfde kunnen zijn als de niet-propositionele waarheid van zen?
Is niet-weten net als zen behalve een niet-propositionele waarheid tevens een niet-propositionele weg? Zo ja, wat houdt deze weg precies in en wat is het verschil met de niet-propositionele weg van zen?
Beste Frits,
‘Niet-weten is een niet-propositionele waarheid’ is een propositie. Als deze propositie waar is behoort ze per definitie niet tot het niet-weten dat ze probeert te definiëren.
Wat is dat eigenlijk, een niet-propositionele waarheid, en wat is precies het verschil met een niet-propositionele onwaarheid dan wel leugen? Boeiende besognes die in bruisende breinen tot briljante boeken vol pakkende proposities leiden.
Mij pakken ze niet meer; sinds mijn palingwording kan niets of niemand mij nog boeien, ikzelf al helemaal niet. Een kwestie van spartelen en spelen – dartele spiritualiteit.
Sowieso bedient een agnost zich niet van proposities of van non-proposities maar van opposities. Spreken hoeft niet meer, behalve soms eens tegen. Zijn gedachten zijn als contrapunten bij de punten van de wijze. Hij biedt tegenwicht aan diens gewicht, om het evenwicht te bewaren. Om zich van gewichtigheid te vrijwaren. Om zijn gewichtloosheid te verzwaren.
Ik vrees dat je in een lege vijver zit te vissen. Probeer het anders eens bij André.
Frits: Zie jij zen als een niet-propositionele waarheid?
Hans: ‘Zen is een niet-propositionele waarheid’ is een propositie. Als deze propositie waar is behoort ze per definitie niet tot de zen die ze probeert te definiëren.
Wat is dat eigenlijk, een niet-propositionele waarheid, en wat is precies het verschil met een niet-propositionele onwaarheid? Boeiende besognes die in bruisende breinen tot briljante boeken vol pakkende proposities leiden.
Ik vrees dat je in een lege vijver zit te vissen. Probeer het anders eens bij André.
Frits: Even afgezien van de niet-propositionele waarheid, is niet-weten volgens jou net als zen een niet-propositionele weg?
Hans: Wat moet iemand die afziet van de niet-propositionele waarheid met een niet-propositionele weg?
Frits: André van der Braak schrijft over Nietzsche, de filosoof van het nihilisme, maar allemachtig, jij kan er ook wat van.
Hans: Nihilisme is de niet-lege leer dat er geen grondwaarheden bestaan. Als deze propositie waar is dan bestaat er toch een grondwaarheid en is ze alsnog onwaar. Een prachtparadox waarin het fijn filosoferen is, maar geen niet-weten.
Ik vrees dat je in een lege vijver zit te vissen. Probeer het anders eens bij André.
Frits: Is dit soms een voorbeeld van een niet-propositionele weg?
Hans: Eerder een voorbeeld van een propositionele niet-weg.
Frits: In zijn proefschrift voert André een chanmeester ten tonele, ene Linji, die stelt dat verlichting verwijst naar een waarheid voorbij de woorden.
Hans: Nooit van gehoord.
Frits: Haha.
Hans: Waarheid is een woord. Verlichting is een woord. Voorbij de woorden is een woord.
Frits: ‘Verlichting verwijst naar een waarheid voorbij de woorden’ is een propositie, wou je zeggen. En als die propositie waar is, dan behoort ze per definitie niet tot de verlichting die ze definieert.
Hans: ‘Verlichting’ ook niet, als die propositie al waar is.
Frits: André heeft het in zijn ondertitel over ‘Self-overcoming without a Self’. Ben jij het met hem eens dat wij geen zelf hebben en daarom voor de paradoxale opdracht staan zelfloos het illusoire zelf te doorzien?
Hans: Om nog maar te zwijgen over het illusoire niet-zelf.
Frits: Dat wij geen zelf hebben is volgens jou ook een illusie?
Hans: Tenzij dat ook een illusie is.
Frits: Bedoel je dat zelf en niet-zelf beide illusoir zijn? Geen atman, geen anatman?
Hans: Ik ben een gat, man, riep de gatman.*
Gatman: 1. Iemand die niet weet wie of wat of dat hij is; synoniem: agnost. 2. Incourante vertaling van anatman; antoniem: watman.
Frits: Werk nou eens een beetje mee.
Hans: Probeer het eerst maar bij André.
Dit is de Lachende Boeddha alias Maitreya, de ongeboren bodhisattva die lucht en licht wil brengen in bedompte bovenkamers en duistere achterkamers. Het is ook de Lallende Basta alias Friedrich Nietzsche, de doodgeboren filosoof die lucht en licht wil brengen in bedompte bovenkamers en duistere achterkamers. Zijn denken is een kango, zijn zitten is een tango zie je zo: hij popelt om op te staan en aan de slacht te gaan. Die snor is natuurlijk camouflage; daarmee verbergt hij zijn lach tot de mensen eraan toe zijn. Die buik is ook camouflage. Daarmee verbergt hij zijn leegte tot de mensen eraan toe zijn, en de leegte van zijn leegte tot hij er zelf aan toe is. En die broek?
André van der Braak bekleedt sinds 2012 de Nicolaas Pierson-leerstoel voor ‘Boeddhistische filosofie in dialoog met andere levensbeschouwelijke tradities’ aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In 2004 promoveerde hij op Hoe men wordt wat men is: zelfvervolmaking, zelfoverwinning en zelfvergetelheid bij Nietzsche. (Nietzsche and Zen. Self-overcoming without a Self). Zijn proefschrift is niet beschikbaar op het internet; je moet ervoor naar de bieb of naar de boekenwinkel.
Lees ook: Niet te geloven! De Linji Lu.
Recensie Nietzsche and Zen van Jeroen Kuiper (Engelstalig).
Deze tekst maakt deel uit van Zondagskindjes, een serie teksten over niet-weten die geen deel uitmaken van een serie.
Sjoerd zegt
Nietsche kotst
en Nietsche kletst
woorden, boeken, uitgeperst
zijn schedel is inmiddels leeg
nadat hij dood ineen(en) zeeg
Zen is net zo’n kletsmajoor
links er in, rechts uit het oor
ook dwijsheid weetniet is gekeuter
maar wel vrolijk, dat geleuter.
Zelf weet ik er de ballen van
wat uit mijn openingen komen kan
Linji zegt wijsheid komt uit je kont
bij mij in ieder geval niet uit m’n mond.
Wat ik inmiddels echt wel weet
wijsheid komt echt niet
door ’t zitten op je reet
ook werken, al is het meditatief
zorgt niet voor spiritueel gerief.
Ik denk steeds weer, 8-voudig pad
dat vind ik eigenlijk wel wat
verder hoef ik nergens heen
en met heel weinig ‘ik’
ben’k nooit erg alleen
een beetje ‘zelf’ is toch wel handig
eten en zo, blijft echt verstandig.
G.J. Smeets zegt
Dat zit weer snor.