Waarom het alomvattende zich nergens kan verstoppen.
Leerling: Kent u de Kosmische Grap?
Meester: Wat ben ik, een astroloog?
Leerling: Wat je zoekt ben je zelf.
Meester: Jij misschien.
Leerling: Bewustzijn speelt verstoppertje met zichzelf om zijn eigen eenheid weer te kunnen ervaren.
Meester: Wie? Wat?
Leerling: Het almachtige, alomvattende alwetende Ene.
Meester: Toe maar.
Leerling: Ere wie ere toekomt.
Meester: Kan het Ene zijn eenheid niet rechtstreeks ervaren?
Leerling: Het lijkt er niet op.
Meester: Dan is het niet almachtig.
Leerling: Ik bedoel, natuurlijk wel.
Meester: Waarom doet het dan zo moeilijk?
Leerling: Dat is mij niet geopenbaard.
Meester: Als Bewustzijn alomvattend is, hoe kun jij dat dan niet weten?
Leerling: Doordat… omdat…
Meester: Jij bent het toch zelf?
Leerling: Nou…
Meester: Waar zou het alomvattende zich trouwens moeten verstoppen?
Leerling: Hoezo?
Meester: Daarbuiten is er niets.
Leerling: Anders was het niet alomvattend, wou u zeggen.
Meester: Zelfs geen daarbuiten en geen niets.
Leerling: Misschien kan het zich in zichzelf verstoppen?
Meester: Maar niet voor zichzelf.
Leerling: Wat weet u daarvan?
Meester: Als het zichzelf niet kan vinden, is het niet langer alwetend.
Leerling: Je kunt niet alles hebben.
Meester: En als het alomvattend is, zou jij dit allemaal moeten weten.
Leerling: U vervalt in herhaling.
Meester: Het Ene, zul je bedoelen.
Leerling: Hield het Ene maar even zijn kop.
Meester: Dat kan het kennelijk ook al niet.
Leerling: Ik geef het op.
Meester: Wat een mop.
Leerling: Ha ha.
Meester: Maar om dit nou een Kosmische Grap te noemen?
Index | Vorige | Volgende | Alle