Monnik: Zullen we nog een chocolaatje nemen?
Meester: En dat voor een boeddhist.
Monnik: Omdat ik een chocolaatje wil?
Meester: Om hoe u het zegt.
Monnik: Hoe zou u het zeggen?
Meester: Zullen we nog een cacaoboer steunen?
Monnik: Zonder cacaoboeren geen chocola, bedoelt u.
Meester: Afhankelijk ontstaan.
Monnik: Interzijn.
Meester: Ik heb meer zin in een glas wijn.
Monnik: Een druivenboer steunen.
Meester: Een bottelier.
Monnik: Een flessenfabrikant.
Meester: Een kurksnijder.
Monnik: Een vrachtwagenchauffeur.
Meester: Een supermarkt.
Monnik: Een autofabriek.
Meester: Een hoogoven.
Monnik: Een ertsmijn.
Meester: Je kan niets beters voor de wereld doen dan een glas wijn drinken.
Monnik: Een belangeloze gift.
Meester: Anoniem.
Monnik: Naar draagkracht.
Meester: Dana.
Monnik: Goed voor je karma.
Meester: Wie zijn interdependentie ten volle realiseert, kan wel een potje breken.
Monnik: Of een glaasje.
Meester: Zullen we meteen maar een chipsfabrikant steunen?
Monnik: Wat dacht u van de filmindustrie?
Meester: Ja hoor, zet maar wat op.
Monnik: Proost.
Meester: Proost.

Oefening 1
Volg de lijn van interzijn naar gene zijde.
Je mag zo vaak opnieuw beginnen als je wilt.
De draad kwijt?
Ja, wat dacht je dan.
Probeer het anders eens van de andere kant.
Oefening 2
Volg de lijn van interzijn naar deze zijde.
Je mag zo vaak opnieuw beginnen als je wilt.
De draad kwijt?
Ja, wat dacht je dan.
Probeer het anders eens van de andere kant.