• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Elfde jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • André Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Eelco van der Meulen
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Ramo de Boer
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
  • Privacy

Home » Boeddhisme » Zen » Herinneringen aan Harada Tangen roshi – Een lotusbloem in modderig water

Herinneringen aan Harada Tangen roshi – Een lotusbloem in modderig water

19 juni 2021 door Ciska Matthes

Zenverhaal:

Een zenmeester merkte dat er iets gaande was tussen zijn monniken en kwam kijken wat er gebeurd was.
‘Hij heeft alweer gestolen!’ zeiden ze en duwden een van de monniken naar voren om de meester onder ogen te komen.
De meester zei: ‘Vergeef hem.’
‘Nee. We hebben hem al zo vaak vergeven omdat u dat vroeg. Als u hem nu niet weg stuurt, gaan wíj hier allemaal weg,‘ dreigden de monniken.
‘Ik ben geenszins van plan hem weg te sturen, zelfs als jullie weggaan. Hij heeft het meer nodig dan wie ook om hier in het klooster te leven,’ zei de meester.
De monnik die gestolen had, viel met tranen in zijn ogen aan de voeten van de meester en begon te huilen.

In de tijd dat Harada Tangen roshi ziek was en in het ziekenhuis lag, begon een van de oudere monniken, laten we hem Hogyo noemen, zich steeds vreemder te gedragen. Hogyo had altijd al ongewone manieren. Soms ging hij op de vuist met andere monniken en ook ikzelf kreeg soms plotseling een duw of een tik van hem. Het was een vurig type. Op momenten kon hij heel toegewijd en zorgzaam zijn; vooral met nieuwkomers was hij vol humor en begrip. Hij gaf ze cakejes en waar nodig bemoedigende woorden. Ook voor mij had hij in het begin heel goed gezorgd.

Maar op andere momenten was hij heel streng en ongeduldig, soms zelfs ruw. Misschien ook voor zichzelf. Ik zag hem eens, vlak voor de late zazen, vijf scheppen oploskoffie door zijn kop thee roeren, om het pikzwarte vocht in één slok achterover te slaan. Daarna marcheerde hij naar de zendo. Het had iets roekeloos en extreems.

Om de een of andere reden ergerde hij zich aan mij nog meer dan aan anderen, misschien vanwege mijn wilde manieren en on-Japanse eigenwijsheid. Het werd langzaamaan erger, door de maanden heen. Terwijl ik vergeefs probeerde er mild en kalm mee om te gaan, werd ik toch telkens weer boos op hem, als hij mij agressief benaderde. Omgekeerd riep ik  blijkbaar zijn agressie op, die hij ook uitte. De andere monniken zagen dat wel, maar durfden er schijnbaar niets over te zeggen. Iedereen leek een beetje bang voor hem omdat hij zo fel kon zijn.

Op een avond zat ik als laatste in de rij voor dokusan, het persoonlijk onderhoud met de zenmeester. De tempel was doodstil; bijna iedereen zat boven, in de zendo. Ik moest lang wachten tot ik aan de beurt was en het was al laat in de avond. Roshisama had mij gevraagd om als laatste te komen om rustig te kunnen praten over een Dharma-vraag die ik had. Opeens zag ik Hogyo naderen, die fronste toen hij mij zag zitten. Hij gaf mij een harde duw zodat ik bijna omver kukelde. Ondanks mezelf moest ik lachen om de onzinnigheid ervan en dat maakte hem nog bozer. Hij gromde iets naar me met een gemeen gezicht. Gelukkig hoorde ik juist het belletje van roshisama, het teken dat ik naar binnen kon.

Toen ik eenmaal voor hem zat, vroeg roshisama me nieuwsgierig waarom ik lachte. Ik legde uit wat er zojuist gebeurd was. Roshisama lachte een beetje verbaasd met me mee, maar schudde ook zijn hoofd. Toen ik de dokusanruimte even later verliet, hoorde ik, dat hij Hogyo bij zich riep. Tot laat in de avond duurde hun gesprek. Ik vermoedde dat roshisama de ruwe monnik tot de orde riep. Daarna verbeterde diens gedrag inderdaad – voor een tijd althans.

Uit mijzelf wilde ik nooit iets over de uitvallen van Hogyo aan roshisama vertellen. Ik had mij voorgenomen geen verklikker te zijn, dat was mijn trots. Misschien ook ijdele trots, en misschien niet verstandig, want er was eigenlijk niemand mee geholpen.

Soms, als het zijn beurt was over de zendo te waken, kwam Hogyo tijdens zazen stilletjes achter mij staan. (In zazen zaten we met het gezicht naar de muur.) Het licht scheen achter ons en hij zorgde dan, dat zijn schaduw op de muur vóór mij viel. De kyosaku (zenstok) hield hij rechtop en die liet hij in het schaduwbeeld dreigend heen en weer zwaaien boven mijn hoofd. Het was bizar. Ik werd niet bang, maar voelde me wel uitgedaagd. Een tijdje kon ik het negeren en zo stil mogelijk blijven, maar tenslotte liet ik me vaak toch raken door zijn geplaag. Dan vouwde ik mijn handen dapper in gassho, het formele teken dat ik de kyosaku wilde ontvangen – een klap op de schouder. Maar Hogyo verdween dan onmiddellijk en negeerde het verzoek. Het was een vreemd spel.

Mijn moeder stuurde mij juist in die tijd een brief met de instructie voor de Mettameditatie die ze geleerd had: het cultiveren van liefdevolle vriendelijkheid. Boven in de zendo lukte het me werkelijk, om Hogyo het beste toe te wensen en liefde voor hem te voelen. Dat was heel hoopgevend. Maar zodra ik beneden kwam en hij gromde naar me of gaf me een trap, kwam er toch weer een enorme razernij in me op. Dan was al mijn heiligheid opeens vervlogen; ironisch.

Dit alles deed me wel helder beseffen, dat ik veel meer leed onder mijn eigen woede dan onder de duw of de grom die hij me kon toedienen. De razernij brandde vooral van binnen. Het leek iedere keer wel, alsof we allebei iets in elkaar raakten, een oude pijn misschien of – in mijn geval zeker – de gekrenktheid van het ego. Het leek haast een instinctieve vechtreactie die te maken had met ‘kom niet aan míj!’ en ‘hoe ík behandeld word!’. Al herkende ik het wel, dan wist ik nog niet, hoe ik het moest overstijgen, ik werd er meestal gewoon door overweldigd.

Er werd gezegd, dat Hogyo zelf in zijn jeugd beschadigd was en dat zijn leven door verschillende traumatische gebeurtenissen gekleurd was. Hoe het ook zij, je kon merken dat er een vreemde spanning in hem was. Misschien daarom had roshisama zich vaderlijk over hem ontfermd, vol mededogen. Hoe grimmig Hogyo zich ook gedroeg, roshisama hield hem juist zo dicht mogelijk bij zich. Van de weeromstuit leek Hogyo roshisama op handen te dragen en hij zorgde voor de oude meester zo goed als hij kon.

Er brak op een gegeven moment een periode aan dat roshisama helemaal niet meer naar beneden kon komen omdat hij te zwak geworden was. Later verbleef hij zelfs wekenlang in het ziekenhuis. Hogyo bezocht hem daar zo vaak mogelijk, maar begon zich in de tempel steeds extremer te gedragen. Hij had ruzie met bijna iedereen. Sloot soms de telefoon af, verhinderde dat er thee en snacks werden geserveerd of blafte mensen af, kwam niet meer naar de maaltijden of naar de zazen. Hij bleef vooral op zijn eigen kamer. We vroegen ons bezorgd af, hoe dit verder moest.

Maar ook aan deze situatie kwam een einde. Toen roshisama gezond en wel terugkeerde in Bukkokuji, werd een jonge monnik tot de assistent van roshisama benoemd en Hogyo vertrok met de noorderzon. De rust keerde eindelijk terug in de tempel, de sfeer werd weer harmonieus.

Een paar maanden later, rond de verjaardag van roshisama, stond er opeens een grote vrachtwagen voor de tempelpoort. Er werden een paar enorme keramieken potten uitgeladen, speciaal ontworpen om lotusbloemen in te kweken. Het was een onverwachte levering aan de tempel. De potten werden binnengedragen en mettertijd gevuld met de juiste mest en modder. De volgende zomer stegen er majestueuze roze bloemen op uit het water.

Ofschoon de afzender van het geschenk anoniem was, geloofde iedereen vast en zeker dat het van Hogyo kwam. Een gebaar van liefde en verzoening.

De lotus is het symbool van spiritueel ontwaken: vanuit de drassige modder van onze driften kan een pure bloem van ongelooflijke schoonheid tevoorschijn komen, onze Boeddhanatuur wordt onthuld.

Hoewel er woede, hebzucht en verblinding in ons opduiken, is er ook altijd iets in ons dat onbewogen blijft. Een puur bewustzijn dat alleen maar gadeslaat wat er ook maar voorbij komt. Al zijn we ons dat niet steeds bewust. Maar onze Boeddhanatuur is onveranderlijk. Wat je ook ervaart, in jezelf of om je heen, het is niet ‘jij’ noch ‘van jou’ – want het gaat allemaal voorbij. Alleen dat wat is, dit pure zijn, is onveranderlijk, en ongrijpbaar. In ons allemaal huist deze Boeddhanatuur, het is wat wij in wezen zijn. Daarom kun je zeggen, dat niemand wezenlijk slecht of verdorven is. Al raken we vaak genoeg verblind door die vreemde modder van oneigenlijke reacties, een lotus zijn we allemaal. Iedereen heeft zijn eigen (zen)weg te gaan om dit te realiseren.

Dogen zenji zegt in zijn Hotsuganmon heel bemoedigend, dat de Boeddha’s en zenmeesters eens precies zo waren als wij; en eens zullen wij net zo zijn als de Boeddha’s en zenmeesters.

Ciska Matthes beoefent zen sinds 1995. Zij woonde en trainde van 1999-2005 in de zentempel Bukkokuji in Japan. Daarover bericht zij in deze krant in de serie Herinneringen aan Harada Tangen roshi, de zenmeester die in 2018 overleed. Over haar diverse andere ervaringen op de zenweg schrijft ze in Zen-Herinneringen.

 

Delen is rijkdom:

  • Twitter
  • LinkedIn
  • E-mail

Categorie: Ciska Matthes, Columns, Geluk, Pakhuis van Verlangen, Zen Tags: boeddhanatuur, Harada Tangen Roshi, Japan, Lotus, woede, zenmeester

Lees ook:

  1. Herinneringen aan Harada Tangen roshi – De vreugde van het schrobben
  2. Herinneringen aan Harada Tangen roshi – Shigin – een uurtje melancholie
  3. Herinneringen aan Harada Tangen roshi – zen en de kunst van het banden plakken
  4. Herinneringen aan Harada Tangen roshi – Sterven voor iets hogers

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Lees Interacties

Reacties

  1. Aeon zegt

    20 juni 2021 om 12:29

    Dit artikel heeft mij geholpen, ieder leert de weg op zijn eigen manier.
    Ik was al langer geïnteresseerd in de weg van zen.
    Maar was altijd bang mezelf te verliezen.
    Ja,nu weet ik hoe het klinkt,maar daar was een vreemde weg voor nodig.
    Dank voor dit artikel

Primaire Sidebar

Door:

Ciska Matthes

Ciska Matthes beoefent en begeleidt meditatie, mindfulness en yoga in Amsterdam. 
Alle artikelen »

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

  • 26 mei 2022 - 29 mei 2022
    Hemelvaartretraite Schoonheid van Zijn
  • 27 mei 2022 - 29 mei 2022
    'Gezond leven, natuurlijk sterven'
  • 28 mei 2022
    Green Tara Practice morning
  • 29 mei 2022
    Nyinthün, dag van stilte en meditatie
  • 29 mei 2022
    Kum Nye Yoga op zondag | Online
  • bekijk de agenda

De werkplaats

De werkplaats.

Boeddhistische kunstenaars

Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
lees meer »

Pakhuis van Verlangen

In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

Grondlegger van de BOS – Jean Karel Hylkema overleden

Jacques den Boer - 26 mei 2022

In 1999 gaf de overheid een zendmachtiging aan de Boeddhistische Omroep Stichting. Jean Karel Hylkema werd daarvan niet alleen ongeveer vijf  jaar  bestuurder en manager. Hij was tegelijk programma-adviseur voor de tv- en radioredactie, naast programmadirecteur Babeth VanLoo, en werkte mee aan tv-documentaires als interviewer.

Tulpenboeddhisme: Hoe het boeddhisme in Nederland wortel heeft geschoten (4 en slot)

Jacques den Boer - 26 mei 2022

Onder aanvoering van de Rigpa-boeddhist ir. Jean Karel Hylkema , de gelauwerde cineaste en Dzogchen-boeddhiste Babeth VanLoo en een nieuwe BUN-voorzitter, prof. dr. Johan Niezing, kwam er uiteindelijk toch per 1 september 2000 een zendmachtiging voor radio en tv.

‘Yatra naar Majjhimadesa – een pelgrimsreis naar het Middenland’.

Guy E. Dubois - 24 mei 2022

De Majjhimadesa was de broedkamer van de Dhamma —de Leer van de Boeddha’s. Het is het gebied waar de Boeddha geboren werd, waar hij tot Zelfrealisatie kwam, waar hij predikte en het parinibbana bereikte. In Boeddha’s tijd waren overgrote delen van het Middenland bedekt met junglevegetatie. De fauna was veelzijdig en bestond o.m. uit leeuwen, tijgers, herten, olifanten en neushoorns.

Baas over eigen karma

Kees Moerbeek - 22 mei 2022

Het individu is de enige die de volledige controle heeft over zijn daden, ongeacht de druk die anderen op hem kunnen uitoefenen. Een onheilzame handeling onder grote druk uitgevoerd, heeft echter een ander karmisch effect dan een vrijwillige onheilzame handeling.

Boekbespreking- De lach van de Boeddha. Een ontmoeting met de boeddhistische filosofie

Erik Hoogcarspel - 21 mei 2022

Vandepitte gooit zijn lezers al snel in het diepe met zijn uiteenzetting over de leegte. Hij geeft daarbij een eigen interpretatie, die enigszins afwijkt van de boeddhistische teksten.

Meer onder 'pakhuis van verlangen'

Footer

Boeddhistisch Dagblad

over ons

Recente berichten

  •  Geen dood, geen vrees (29) – terugkeer
  • Verlichting is geen goeroe
  • Het jaar 2022 – dag 146 – misbruik
  • Boeddha in de bajes – Mag het menswaardiger!
  • Sleutel tot inzicht – Het laatste afscheid van de Boeddha en Yasodhara

Reageren

We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

Over het BD

Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
Lees ons colofon.

Zie ook

  • Contact
  • Over ons
  • Columns
  • Reageren op de krantensite

Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.

 

Op deze website gebruiken we cookies voor het bijhouden van bezoekersstatistieken.  Via de instellingen kun je bepalen wat je wel of niet toestaat: bekijk je instellingen.

 

loading Annuleren
Bericht niet verstuurd - controleer je e-mailadres!
E-mail-controle mislukt, probeer het opnieuw
Helaas, je blog kan geen berichten per e-mail delen.
Privacy en cookies

Op deze website gebruiken we cookies voor het bijhouden van bezoekersstatistieken en als je reageert: je naam en mailadres.

Zo houden we bij hoe de site gebruikt wordt en hoe vaak.

Hier kun je instellen welke cookies je wel of niet toestaat.

Noodzakelijke cookies

Met deze cookies slaan we je voorkeuren in het gebruik van deze website op.

If you disable this cookie, we will not be able to save your preferences. This means that every time you visit this website you will need to enable or disable cookies again.

Privacy

Bekijk wat we wel of niet doen met je gegevens