• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Elfde jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • Andre Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Eelco van der Meulen
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Ramo de Boer
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
  • Privacy

Home » Boeddhisme » Dharma en filosofie » ‘Welke zijn de vijf vormen van geestelijke verharding?’

‘Welke zijn de vijf vormen van geestelijke verharding?’

22 december 2020 door André Baets

‘Evam me sutam’, aldus heb ik gehoord.

Deze woorden werden uitgesproken door Ananda, de neef en persoonlijke verzorger van de Boeddha. Volgens de traditie had hij een uitzonderlijk geheugen en reciteerde hij, tijdens het eerste concilie dat vlak na de dood van de Boeddha werd gehouden, alle leerredes. Evam me sutam is dan ook, traditiegetrouw, de aanhef van elke sutta in de Pali-Canon.

Cetokhila-Sutta MN 16 (1)

De Boeddha geeft een uiteenzetting over de vijf vormen van geestelijke verharding en de vijf boeien van de geest.

Eens verbleef de Verhevene in Savatthi, in het Jetavana, het park van Anathapindika. Daar richtte hij zich tot de monniken:

“Monniken, dat een of andere monnik, wanneer hij de vijf vormen van geestelijke verharding niet opgegeven heeft; wanneer hij de vijf boeien van de geest niet geslaakt heeft; tot toename, groei en volle ontwikkeling in deze Leer en Discipline komt, die mogelijkheid bestaat niet.”

“Welke zijn de vijf vormen van geestelijke verharding?”

“Welnu, een monnik twijfelt aan, heeft bedenkingen over, is niet overtuigd, heeft geen vertrouwen in de Leraar, de Dhamma, de Sangha en de oefenweg. Verder kan een monnik boos zijn op zijn medebroeders in het heilige leven, ontstemd over hen, verhard tegenover hen.

Zo iemand is niet geneigd tot ijver, tot toewijding, tot volharding, tot inspanning.

Dit zijn de vijf vormen van geestelijke verharding die hij niet opgegeven heeft.”

“Welke zijn de vijf boeien van de geest die hij niet geslaakt heeft?”

“Welnu, bij een monnik is de passie voor, het verlangen naar, de dorst naar, de brandende hartstocht voor, de begeerte naar geneugten, het [eigen] lichaam en de lichamen [van andere mensen] niet verdwenen.

En verder, na believen zijn buik volgegeten te hebben geeft hij zich steeds over aan het genot van het liggen, van het van de ene naar de andere zij draaien en van loomheid.

En verder leeft een monnik het heilige leven met de bedoeling om tot een of andere groep van goden te gaan behoren, denkend: “Door dit zedelijk gedrag, door deze gelofte, door deze yoga, door dit heilige leven zal ik een god worden of een goddelijk wezen.”

Zo iemand is niet geneigd tot ijver, tot toewijding, tot volharding, tot inspanning.

Dit zijn de vijf boeien van de geest die hij niet geslaakt heeft.”

“Monniken, dat een of andere monnik, wanneer hij de vijf vormen van geestelijke verharding niet opgegeven heeft, wanneer hij de vijf boeien van de geest niet geslaakt heeft, tot toename, groei en volle ontwikkeling in deze Leer en Discipline komt; die mogelijkheid bestaat niet.”

Er volgt nu in de tekst een opsomming van dezelfde vormen van geestelijke verharding en dezelfde boeien van de geest, die ditmaal wel opgegeven en geslaakt zijn en waarop wel toename, groei en volle ontwikkeling in de Leer en Discipline volgt.

En de Boeddha vervolgt:

“Deze monnik ontwikkelt [verder] de grondslag van magische kracht.”

Nu volgen de iddhi-pada’s.

De mens in het oude India nam aan dat de geest van iemand die getraind is in concentratie in staat is subtiele verbindingen tussen geest en materie tot stand te brengen en daardoor daden kan verrichten die op de doorsnee mens een wonderlijke indruk maken. Hij ontwikkelt paranormale vermogens zoals, onder andere,het zich herinneren van vroegere bestaansvormen, het zien met helderziend oog hoe wezens sterven en weer geboren worden; alsook het kunnen lezen van de gedachten van andere mensen.

De weg die leidt naar de ontwikkeling van deze grondslag van magische kracht (iddhipada-bhavana-gamini-patipada) wordt gedefinieerd als het Edele Achtvoudige Pad. (2)

Dan geeft de Boeddha meer uitleg over hoe deze grondslag van magische kracht kan ontwikkeld worden:

“Deze monnik ontwikkelt de grondslag van magische kracht die verbonden is met concentratie, gebaseerd op de wil, op energie, op het denken en op analytisch onderzoek en met de drijfveren bestaande uit de [vier juiste] inspanningen, met volhardende inspanning als vijfde.

Als slot geeft de Boeddha nog een vergelijking:

Zelfs als een broedende kip zou wensen dat de kuikens niet op eigen kracht uit het ei zouden komen; dan toch zijn die kuikens in staat om uit het ei te breken.

“Net zo, monniken, is een monnik die uitgerust is met deze factoren, inclusief krachtinspanning, in staat tot geestelijke doorbraak, tot ontwaken, tot het bereiken van de onovertroffen rust-na-inspanning.”

Zo sprak de Verhevene. De monniken waren verrukt en verheugden zich over wat de Verhevene gezegd had.

(sutta ingekort)

Wat in deze sutta opvalt is het veelvuldig voorkomen van de woorden inspanning, ijver, volhardende inspanning en de vier juiste inspanningen.

De vier juiste [of heilzame] inspanningen zijn een onderdeel van het Edele Achtvoudige Pad en worden door de Boeddha als volgt gedefinieerd:

En wat is de juiste inspanning?

Wat dit betreft doet een monnik de wil ontstaan om nog niet opgekomen slechte, onheilzame gedachten niet te laten opkomen en hij spant zich daartoe in.

Hij doet de wil ontstaan om al opgekomen slechte, onheilzame gedachten op te geven en hij spant zich daartoe in.

Hij doet de wil ontstaan om nog niet opgekomen heilzame gedachten te laten opkomen en hij spant zich daartoe in.

En hij doet de wil ontstaan om al opgekomen heilzame gedachten te laten bestaan, ze niet te vertroebelen, ze te vermenigvuldigen, ze uit te breiden, ze te ontwikkelen en ze te vervolmaken. Daartoe spant hij zich in. (3 )

Een voorbeeld hiervan vinden we terug in de biografie van Shunryu Suzuki (4):

Toshi, de latere Shunryu Suzuki Roshi, begint als novice zijn training onder meester So-on in het kleine Zoun-in tempeltje.

Waar hij het meeste moeite mee heeft is het vroege opstaan (om 4 uur). Regelmatig dommelt hij , na de bel, terug in om pas wakker te worden, als het reciteren van de Hartsoetra in de Boeddhazaal al bezig is.

Dit was de eerste les die de dertienjarige Toshi in zijn nieuwe tempel moest leren. Het duurde een tijd maar hij ontdekte dat het opstaan hem lukte als hij onmiddellijk uit bed sprong nog voor er maar een enkele (negatieve of onheilzame) gedachte opkwam. Zijn leven lang bleef dit zijn oefening: “Als de bel gaat, sta op!”

Dit is een praktisch voorbeeld van  ‘een onheilzame gedachte die nog niet ontstaan is, niet de kans geven om op te komen’ (wellicht, in het geval van de jonge monnik, vooraf gegaan door een periode van: ‘een onheilzame gedachte die opgekomen is opgeven, stoppen’).

Nog voor de gedachte ‘ik heb geen goesting (zin) om nu al op te staan’ opkomt, staat de jonge Toshi al naast zijn bed. Hij stapt ‘zonder na te denken’, zonder het opkomend gevoel van tegenzin de kans te geven zich te ontwikkelen, uit bed.

Dit vergt inspanning.

In de Boeddhistische literatuur wordt inspanning door verschillende auteurs verschillend uitgelegd, benadrukt of juist geminimaliseerd. De ene zegt dat inspanning bloed, zweet en tranen inhoudt. Een andere vertelt dat inspanning enkel bestaat uit simpelweg met aandacht aanwezig zijn in het ‘nu moment’. Nog een andere zegt dat inspanning naar een doel leidt. En de vierde zegt dat de inspanning er juist in bestaat geen doel na te streven. Nog anderen hoor je dan weer spreken over de inspanning die je moet leveren om tot ontwaken te komen of juist dat er geen inspanning vereist is, omdat je al verlicht bent, je goed bent zoals je bent en er dus niets te verbeteren valt.

Dit laatste doet me denken aan een uitspraak van Suzuki Roshi tijdens een retraite. Hij zei: “Ieder van jullie is volmaakt zoals hij is… maar een klein beetje verbetering kunnen jullie wel gebruiken.”(5)

Er is een zekere inspanning nodig om ’s morgens op te staan, om een droom waar te maken. Het kost inspanning om naar de meditatie te komen of om steeds weer tijd te maken om thuis te mediteren. Tijdens de meditatie kunnen er stemmetjes opkomen die ons aanraden om er maar mee te stoppen; om iets anders, iets plezierigs te gaan doen. Hieraan niet toegeven vergt inspanning. Alles wat je doet, of juist bewust niet doet, vraagt inspanning.

Trouwens, de omschrijving voor nibbana, het ontwaken, dat de Boeddha in deze en vele andere suttas geeft is: ‘de onovertroffen rust-na-inspanning’.

De Chinese meester Hsu Yun (1840?-1959) omschrijft juiste of heilzame inspanning als volgt:

“Als je slordig kan zijn, ben je dat niet; als je de gelegenheid hebt om je over te geven aan zintuiglijke prikkels, doe je dat niet; als je valt sta je terug op, opnieuw en opnieuw en opnieuw”.

1.Tenzij anders vermeld komen alle citaten van de Pali-Canon  uit de Nederlandse vertaling door Jan de Breet & Rob Janssen uitg. Asoka.
2.Voor een diepgaande bespreking van deze ‘grondslag van magische kracht’ verwijs ik naar de iddhipada-samyutta, in deel 5 (Maha-Vagga) van de Samyutta-Nikaya, de verzameling van thematisch geordende leerredes; door Jan de Breet & Rob Janssen uitg. Asoka.
3.Maha-Parinibbana-Sutta DN 16
4.’Kromme komkommer’ David Chadwick uitg. Asoka 2002.
5.”Jullie zijn allemaal verlicht…tot je je mond open doet” uitspraken van Shunryu Suzuki verzameld door David Chadwick.  Altamira-Brecht Haarlem 2002.

 

 

Delen is rijkdom:

  • Twitter
  • LinkedIn
  • E-mail

Categorie: Andre Baets, Boeddhisme, Buddhavacana, Dharma en filosofie, Geluk Tags: André Baets, Cetokhila-Sutta MN 16, geestelijke verharding, Jan de Breet, Rob Janssen

Lees ook:

  1. ‘Welke zijn de vijf vormen van geestelijke verharding?’
  2. “Welke zijn de vijf boeien van de geest die hij niet geslaakt heeft?”
  3. Aldus heb ik gehoord – de Boeddha in het land van de Angutarapa’s
  4. ‘Welke zijn de vijf vormen van geestelijke verharding?’

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Primaire Sidebar

Door:

André Baets

Boeddhist en auteur (Kagyu, Zen en Theravada). André publiceert op zijn site Buddhavacana (woorden van de Ontwaakte) en het Boeddhistisch Dagblad sutta’s uit de Pali-Canon. 
Alle artikelen »

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

  • 27 juni 2022 - 3 juli 2022
    Zomer Retraite met Losang Gendun
  • 3 juli 2022
    Kum Nye Yoga op zondag | Online
  • 4 juli 2022
    Open Les Kum Nye Yoga en Meditatie | Live op ma-di-wo
  • 4 juli 2022
    Online course The Twelve Links of Interdependent Origination
  • 5 juli 2022
    Open Les Kum Nye Yoga en Meditatie | Live op ma-di-wo
  • bekijk de agenda

De werkplaats

De werkplaats.

Boeddhistische kunstenaars

Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
lees meer »

Pakhuis van Verlangen

In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

Boekbespreking – Michael Bakoenin, God, de Staat en andere vormen van dictatuur

Erik Hoogcarspel - 30 juni 2022

Nog steeds, ook op de klimaatdemonstratie van 19 juni jl., ziet men groepen in het zwart geklede jongeren mee demonstreren die zich presenteren als vertegenwoordigers van het anarchisme. Deze groepen kunnen in het buitenland erg agressief optreden en zelfs banden onderhouden met extreemrechts. Vele oppassende burgers zien het anarchisme aan voor een uiting van jeugdige overmoed, die vanzelf wel zal overgaan. Hoe kun je immers een staat besturen zonder regering? Was het anarchisme niet een soort extreem communisme en hebben we niet gezien dat het communisme gewoon een slecht systeem is?

Boekbespreking – Renée Girard, de romantische leugen en de romaneske waarheid

Erik Hoogcarspel - 14 juni 2022

Volgens de literatuurwetenschapper René Girard (1923 – 2015) worden we juist niet als een uniek zelf geboren. Dit is volgens hem een romantische leugen waarmee we onszelf voor de gek houden. We ontwikkelen ons niet eens tot een uniek zelf, want in de regel worden onze keuzes niet gemotiveerd door een eigen unieke behoefte. We willen meestal graag hebben wat anderen al hebben, juist omdat die anderen dit willen hebben.

Hein Thijssen – ‘God was gewoon een implantaat’

Joop Ha Hoek - 9 juni 2022

‘Wanneer precies weet ik niet meer, maar op een bepaald punt in mijn leven brak mijn kritische geest open. Ik kan me ook niet meer herinneren hoe en op grond waarvan, maar er brak een periode aan waarbij ik me serieus begon af te vragen: hoe kom ik aan het begrip god’? God zat in mijn hoofd als een vage, vormloze massa. Ik moest toen heel nuchter vaststellen dat het begrip ´god´ geen weten was, geen ervaring, maar mij door mensen in  mijn omgeving was aangepraat, in mijn geest was geplant. God was gewoon een implantaat.´

Hein Thijssen – ´Het leven is een schijtende merel´

Joop Ha Hoek - 9 juni 2022

‘Alleen voor een ontwaakte is het achtvoudige pad een natuurlijke zaak’

Boekbespreking – Bernard Mandeville, een ondeugende denker?

Erik Hoogcarspel - 9 juni 2022

Bernard Mandeville (1670 – 1733) werd geboren in een gegoede remonstrantse familie te Rotterdam. Hij studeerde in Leiden en vertrok tegen het einde van de 17e eeuw naar Londen om er een medische praktijk op te zetten. Daar schreef hij eerst luchtige stukjes proza in tijdschriften, maar later publiceerde hij ook over geneeskunde en economie. Zijn bekendste boek is “De fabel van de bijen”.

Meer onder 'pakhuis van verlangen'

Footer

Boeddhistisch Dagblad

over ons

Recente berichten

  • De virtuele denkster 376
  • Dick – Workshop in de ruimte
  • Halte Hertenkamp – Bevrijd je, de lach zal je nooit meer verlaten
  • Pleidooi voor verwondering
  • haiku

Reageren

We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

Over het BD

Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
Lees ons colofon.

Zie ook

  • Contact
  • Over ons
  • Columns
  • Reageren op de krantensite

Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.

 

Op deze website gebruiken we cookies voor het bijhouden van bezoekersstatistieken.  Via de instellingen kun je bepalen wat je wel of niet toestaat: bekijk je instellingen.

 

Privacy en cookies

Op deze website gebruiken we cookies voor het bijhouden van bezoekersstatistieken en als je reageert: je naam en mailadres.

Zo houden we bij hoe de site gebruikt wordt en hoe vaak.

Hier kun je instellen welke cookies je wel of niet toestaat.

Noodzakelijke cookies

Met deze cookies slaan we je voorkeuren in het gebruik van deze website op.

If you disable this cookie, we will not be able to save your preferences. This means that every time you visit this website you will need to enable or disable cookies again.

Privacy

Bekijk wat we wel of niet doen met je gegevens